Tocht door de jungle van Palawan.

 

De Locatie.. 

 

In februari/maart 1981 bezocht ik Palawan in de Filipijnen, een afgelegen eiland ver weg van de gebruikelijke toeristische trekpleisters. Palawan stond bekend als een puur, ongerept ecosysteem, oeroud, geïsoleerd en wild. Het betreden van dit eiland voelde als het binnengaan van een rijk waar de natuur oppermachtig was.. ik was slechts een nieuwsgierige bezoeker.

Ik reisde met mijn vriendin Pascale en twee andere avonturiers, die onze eerbied voor het ongerepte deelden. Terwijl we in het dorp Cabayugan verbleven, hoorden we over een natuurreservaat bij Sabang. Dit was echter niet bepaald een keurig onderhouden park. Sabang ligt in een afgelegen uithoek van de wereld waar de jungle de zee ontmoet, een plek waar menselijke invloed minimaal was.

We namen contact op met een lokale park ranger, een jonge man die onbetwistbaar verbonden leek met het land. We legden uit dat we een ongerept junglegebied wilden bezoeken en niet op zoek waren naar een ontspannen wandeling. Wij waren ervaren 'hikers' met een uitstekende fysieke conditie.. klaar voor elke uitdaging terwijl we ons aanpasten aan de ongerepte flora en fauna om ons heen. 

De park ranger had duidelijk begrepen wat we wilden. Hij vertelde ons over een volledig onbewoonde jungle gebied ten oosten van Sabang, een plek waar de weinige paden die er bestonden waren weggesleten door de dieren zelf. Er waren geen kaarten, dus tekende hij er een voor ons, een eenvoudige maar onmisbare gids door de jungle. Hij wees naar een rivier die naar het zuiden kronkelde. "Volg deze," adviseerde hij, "en na een paar dagen zou je een klein dorp moeten bereiken." Zijn aanwijzingen voelden als een duidelijke, cruciale instructie om vooral op de natuurlijke loop van de rivier te vertrouwen.

Nadat hij een kano had geregeld, peddelde de parkwachter ons langs de oever naar de oostkant van de ondergrondse rivier en zette ons daar af..

Met de handgetekende kaart als kompas, betraden we de dichte jungle. Ik moest soms een machete gebruiken om een doorgang te kappen door het gebladerte en de door slangen bewoonde ondergroei. De lucht wemelde van de insecten, en de muggenbeten waren een constante herinnering aan het bruisende leven om ons heen. De enige geluiden waren onze eigen bewegingen en het ritselen van bladeren, een ritme dat leek te worden opgenomen door het bos zelf. Uiteindelijk bereikten we de rivier, waarvan de zachte stroom een soort 'onzichtbaar pad' door de wildernis markeerde. Moe en bezweet namen we eerst een korte duik in een ondiep gedeelte, waar we snel afkoelden in heerlijk fris water.

Het duurde niet lang voordat we realiseerden dat de 'wildernis' trektocht van de parkwachter onze vastberadenheid behoorlijk op de proef zou stellen. Het voortbewegen door en langs deze rivier was zwaar werk, en als je uitgeput raakt kan de jungle een onverbiddelijke, omsluitende aanwezigheid worden.

Terwijl ik een beetje voor de anderen uitliep, bereikte ik een open plek na een kleine bocht in de rivierbedding. Plotseling, op minder dan 5 meter afstand, stond ik onverwacht oog in oog met een indrukwekkende krokodil..! Dit prachtige maar gevaarlijke wezen, was onmiddellijk gealarmeerd en klaar om zijn thuis in zijn eigen omgeving te verdedigen. Het keek me een vluchtig moment aan voordat het snel terug in het troebele water gleed. Het was een serieuze waarschuwing dat we hier te gast waren, en voorzichtigheid voor het wild van het grootste belang was. Natuurlijk waren alle plannen om weer in de rivier te zwemmen nu definitief van de baan!

Toen de schemering de lucht begon te kleuren, zetten we ons kamp op naast de rivier. We maakten een vuur dat groot genoeg was om de hele nacht voldoende rook te produceren en nieuwsgierige nachtelijke bezoekers af te schrikken. 's Nachts zoemt een andere energie als een samenhang van ongezien leven. We waren echter te moe om ons er zorgen over te maken, aangezien we moesten rusten en op krachten moesten komen voor de volgende dag.

De parkwachter had een tocht van twee tot drie dagen ingeschat, maar de jungle dicteert zijn eigen tempo. Na twee dagen begonnen onze voorraden op te raken, een gevolg van onze onderschatting van het terrein en onze trage voortgang om er een doorgang te vinden. We moesten steeds meer vertrouwen op de natuurlijke stroming van de rivier en subtiele signalen uit de omgeving om ons vooruit te helpen. Toch was er geen enkele wanhoop, alleen een dieper vertrouwen in onze overlevingsinstincten en de vaste aanwijzingen van de handgetekende kaart.

Op een gegeven moment, diep in de jungle, kwamen we een man en zijn zoon tegen die met een speer op wilde zwijnen jaagden. De jager sprak geen Engels, maar was enorm verrast om ons te zien... en wij waren net zo verbaast!

Op de vierde dag, toen het gevoel van complete isolatie verdiepte, hoorden we onverwachts stemmen. We kwamen een kamp tegen van lokale mannen die 'almaciga' verzamelden, een natuurlijke hars die ze duurzaam uit het bos oogstten. Ze waren geïntrigeerd door onze trektocht en onze bereidheid om ons onder te dompelen in de wildernis. Ze deelden wat van hun proviand en regelden dat een jongen ons de volgende dag terug naar hun gemeenschap leidde. Vanaf daar liepen we terug naar Cabayugan, waarmee een bijna 7-daagse jungle-excursie werd afgesloten.

Deze korte maar krachtige jungle-trektocht was een diepgaande ervaring, die de veerkracht en het aanpassingsvermogen benadrukte die we kunnen oproepen wanneer we geconfronteerd worden met de uitdagingen van de natuur. Het was ook een verkennende ontmoeting met onze meest fundamentele instincten, een levendige herinnering aan ons inherente vermogen om te overleven en te gedijen in het wild. 
Dit werkelijk unieke en onvergetelijke avontuur testte onze innerlijke kracht, waardoor we een diepe en blijvende waardering kregen voor zowel de rauwe kracht van de natuur als ons eigen vermogen om de obstakels ervan te overwinnen.


Setting up camp for the night..



Comments